Staal is een materiaal dat voor het grootste gedeelte uit het chemische element ijzer (Fe) bestaat. IJzer is de naam van een atoom. Staal dat 100% uit ijzer bestaat is niet geschikt voor dagelijkse toepassingen. De naam ijzer in de volksmond is dus onjuist. Het nadeel van staal is dat er corrosie of roest gevormd wordt. Daarom dient de constructie dan ook behandelt te worden na het lassen.
Inox heeft verschillende benamingen: RVS, roestvaststaal of roestvrijstaal in de volksmond. Inox bestaat uit ijzer, chroom, nikkel en koolstof. Het chroom zorgt voor een onzichtbaar laagje chroomoxide en beschermt het onderliggende metaal tegen oxidatie (roest). In tegenstelling tot wat de naam in de volksmond doet vermoeden, kan inox toch roesten. Wanneer de omstandigheden hardnekkig genoeg zijn (chloor, zouten, scheikundige producten,...) kan er roestvorming optreden. Ook regen kan door vervuiling op lange termijn voor roest zorgen. Daarom is het aan te raden om regelmatig inoxconstructies die buiten staan met een vochtige doek te reinigen.
Inox bestaat in verschillende kwaliteiten: 304 en 316 zijn de meest courante. Inox 316 heeft een betere corrosieweerstand dan inox 304. Kwaliteit 304 wordt meestal gebruikt in het interieur, keuken,.... Kwaliteit 316 wordt buiten gebruikt. Er is echter geen 100% garantie dat er geen corrosievorming optreedt.
Aluminium is licht (slechts een derde van het gewicht van staal) maar toch sterk en bestendig tegen roest. Het nadeel is dat het oxideert en een witte laag krijgt. Door zijn geringe gewicht wordt aluminium vaak voor poorten gebruikt.